De laatste maanden van het wegseizoen traint een groep Alcmarianen steevast voor het Nederland Club Kampioenschap tijdrijden, ook wel het NCK. Het NCK is ploegentijdrit van 30-50 km waarin verenigingen het met ploegen van 6 man tegen elkaar opnemen om de titel snelste club van het land. Uiteindelijk telt de tijd van de vierde man, daarmee vraagt deze uitdaging om de juiste mix van samenwerking, uithoudingsvermogen en steeds vaker ook materiaalkeuze. Kortom een perfect doel om het jaar in stijl mee af te sluiten.
Beginnen met tijdrijden
In een ploegentijdrit moet je met de ploeg als geheel op elkaar afgesteld zijn, maar iedereen die het leuk vindt om een langere tijd hard te fietsen kan beginnen met tijdrijden. Een racefiets en een rondje waar je zo’n de 10 a 20 minuten over doet is alles wat je nodig hebt. Na een goeie warming-up rijd je het rondje zo hard als je kan. Na afloop check je op Strava hoe het ging en de volgende keer probeer je eigen toptijd te verbeteren. Je kunt je tijd natuurlijk ook op je fietscomputer klokken, maar met trainingssoftware is het makkelijker om ritten te vergelijken.
Als je de tijd op je eerste rondje een paar keer hebt aangevallen, dan zul je merken dat er allerlei manieren zijn waarop je sneller of juist langzamer gaat. Voor een goeie vergelijking tussen pogingen helpt het bijvoorbeeld om naast je snelheid ook naar de weersomstandigheden te kijken. Op een windstille zomerdag ga je automatisch harder, dan op een winderige dag in het najaar. Maar ook zoiets simpels als de juiste bandenspanning, een strakker shirt/snelpak of zelf gewoon een schonere fiets (zeker de ketting) helpen je allemaal om net dat beetje harder te gaan. En in tegenstelling tot het weer kan je deze dingen wel beïnvloeden.
Beter worden
De volgende stap waar je zelf wat aan kunt doen en verreweg het meeste snelheid mee te winnen valt, is de houding op de fiets. Onze eigen sponsor de Bikefitter ©kan je van alles vertellen hoe je dat op je racer doet. Maar zoals je ook bij veel triatleten ziet, is een ligstuur een volgende stap naar snelheidswinst. Op een rustig ritje scheelt dit algauw 2 km/u op je gemiddelde snelheid, bij snelheden boven de 40 kan het zo 3 a 4 km/u schelen.
Gerichte training kan ook helpen om de specifieke inspanning van je tijdrit te verteren. Trainingsschema’s voor tijdrijders leggen de nadruk op intervaltrainingen waarin je relatief lange blokken (bijv. 3 x 10-20min, 5min rust tussen blokjes) met een vrij hogesnelheid doet (maar zeker niet zo hard als tijdens een tijdrit doet). Dit type training wissel je af trainingen waarin je juist blokjes korte blokjes van maximale inspanning doet (bijv. 5x3min met 5 min rust tussen blokjes).
De eerste stap is gezet
Als je eenmaal let op hoe je houding, je materiaal en de omstandigheden je snelheid beïnvloeden en begonnen bent met specifieke training. Dan ben goed op weg om een tijdrijder te worden. Je kunt jezelf eens meten bij een van de tijdritten in de regio om te zien hoe je het doet ten opzichte van anderen, maar je kunt er ook voor kiezen om je bijvoorbeeld op de lokale Strava-segmenten te meten met anderen. Uiteindelijk blijf je de basiselementen die hierboven worden beschreven verfijnen en aanscherpen met als doel voortdurend het beste uit jezelf te halen.
Go for i-TT!